In 2024 hebben we in de wijk veldonderzoeken uitgevoerd. Met de uitkomsten daarvan zijn berekeningen uitgevoerd en is een plan gemaakt op welke wijze de wijk wordt opgehoogd, hoe het rioolsysteem voor het vuil- en schoonwater aangelegd moet worden. Daarna is een kostenraming gemaakt welke budget er nodig is om alle werkzaamheden in de wijk te kunnen uitvoeren.

Hieronder geven we uitleg over de uitgevoerde onderzoeken.

Graven van proefsleuven
Na het inmeten van enkele straten zijn er proefsleuven gegraven. Dit is om te kijken op welke diepte de kabels en leidingen liggen. Deze gegevens delen we met de kabel- en leidingbedrijven. Zij kunnen dan bepalen of ze vooraf hun kabels en leidingen gaan vervangen. Zo kunnen we voorkomen dat een kabel of leiding na ophogen van de wijk te diep komt te liggen. Uiteraard zijn deze gegevens ook van belang tijdens de uitvoering van onze werkzaamheden. 

Sonderingen
Verdeeld over de wijk dertien sonderingen geplaatst. Bij een sondering wordt een sondeerconus, een staaf met een kegelvormige punt, de grond in gedrukt. Op basis van de druk kan worden uitgelezen waar zich welk soort grond bevindt, bijvoorbeeld veen, zand of klei en met welke dikte. We waren al in het bezit van sonderingen, maar deze zijn gemaakt toen het gebied nog weiland was. Met de nieuwe sonderingen hebben we een actueler beeld van de verschillende bodemlagen. De lagen in de bodem zijn immers in de loop der jaren weer wat samengedrukt. 

Foto: Sonderingswagen.

    
Foto: De sondeerconus.

Grondboringen 
Voor nog nauwkeuriger gegevens over de bodem zijn op twee locaties in de wijk grondkernen uit de bodem gehaald. Deze kernen van onder andere veen, zand en klein zijn meegenomen naar het laboratorium van Fugro in Leidschendam voor een samendrukkingsproef. Op deze grondkernen wordt over een langere periode een druk uitgeoefend. Dit is om de situatie na te bootsen om te zien wat zich na het ophogen gaat plaatsvinden. 

Foto: Aan de Meerkoet in Benning worden met behulp van pulsen (holle buis met een klepje aan
de onderkant) kernen uit de bodem gehaald. Deze gaan naar het laboratorium voor een samendrukkingsproef.

Foto: De kernen krijgen een label met de gegevens op welke diepte de kern is genomen. 

Wat hebben we met deze gegevens gedaan?  
Met de gegevens uit de onderzoeken zijn berekeningen gemaakt in welke mate het gebied weer gaat zakken zodra we de wijk hebben opgehoogd. Het mag niet te snel zakken en daarom zijn berekeningen gedaan met verschillende ophoogmaterialen waaronder zand (als basis) maar ook met lichtere materialen zoals Argexzand, Bims en glasschuim.